TUINDIEREN
Welke dieren wonen op ons volkstuinterrein. Je vindt hier een overzicht van kleine zoogdieren, vogels, vissen, spinnen, wormen, insecten en nog veel meer.
Vanaf 2025 op deze website.
Een bij is een klein insect dat meestal geel en zwart is. Het vliegt van bloem naar bloem om nectar te drinken. Terwijl het dat doet, zorgt de bij er ook voor dat bloemen elkaar kunnen bestuiven, zodat er nieuwe bloemen of fruit kan groeien. Als een bij zich bedreigd voelt, kan hij steken, maar bijen steken alleen als ze echt moeten. Bijen maken ook honing, die ze in hun bijenkorf bewaren.
Een bladluis is een klein insect dat op planten zit. Het zuigt het sap uit de bladeren, waardoor de plant ziek kan worden. Bladluizen zijn vaak groen of zwart en maken soms een plakkerig spul, waar mieren van houden.
Een buxusmot is een klein vlindertje dat je vaak ziet bij buxusplantjes. De larven van de buxusmot, die eruit zien als kleine, groene rupsjes, eten de bladeren van de buxus op. Hierdoor worden de planten kaal en kunnen ze ziek worden. Het is dus belangrijk om de rupsjes op tijd weg te halen, zodat je buxus gezond blijft!
Een duizendpoot is een klein diertje met heel veel pootjes, soms wel meer dan honderd! Het loopt snel en kruipt vaak over de grond. Duizendpoten houden van donkere, vochtige plekjes, zoals onder stenen of in de tuin. Ze eten vaak kleine diertjes of plantjes. Ondanks zijn naam heeft de duizendpoot niet echt duizend pootjes, maar wel heel veel!
Een eend is een vogel die vaak in het water woont. Eenden hebben een brede snavel en zwemvliezen tussen hun tenen, zodat ze goed kunnen zwemmen. Ze zijn meestal groen, bruin of geel van kleur. Eenden maken een "kwaak" geluid en kunnen ook lopen op het land. Ze eten vaak gras, zaadjes, en soms ook kleine diertjes. Je ziet eenden vaak op meren, vijvers of in parken!
Een egel is een klein diertje met stekels op zijn rug. Het lijkt een beetje op een bolletje met een neusje! Als een egel zich bang voelt, rolt hij zich op tot een stekelige bal. Egels eten graag insecten, slakken en soms zelfs wat fruit. Ze slapen overdag en komen 's nachts tevoorschijn.
Een ekster is een mooie, slimme vogel met zwarte en witte veren die in de zon een beetje blauw kunnen glanzen. Hij houdt van glimmende dingetjes en neemt die soms mee naar zijn nest! Eksters maken graag veel geluid en roepen "tsjak tsjak tsjak". Ze vliegen hoog door de lucht en zoeken eten, zoals wormpjes, zaden en soms zelfs kleine dingen die andere dieren laten liggen.
Een fazant is een mooie vogel die vaak in het bos of op weilanden woont. Het mannetje heeft glimmende, gekleurde veren, zoals rood, groen en goud, en een lange staart. Het vrouwtje is bruiner en minder opvallend, zodat ze zich goed kan verstoppen. Fazanten kunnen vliegen, maar niet heel lang, dus ze rennen meestal snel weg als ze schrikken!
Een haas is een snel en schattig dier dat een beetje lijkt op een groot konijn. Hij heeft lange oren, sterke achterpoten en een klein staartje. Hazen kunnen heel hard rennen en grote sprongen maken om te ontsnappen als ze bang zijn. Ze wonen in het gras of op een veld en eten graag planten, zoals gras en bloemen.
Een halsbandparkiet is een kleurrijke vogel met een felgroen lijfje en een dunne, lange staart. De mannetjes hebben een mooie streep of "halsband" rond hun nek, vaak zwart met een beetje roze. Ze komen uit warme landen, maar je ziet ze nu ook in Nederland, vooral in parken en tuinen. Ze maken veel geluid en eten fruit, zaden en noten. Het is een vrolijke vogel die graag in groepjes rondvliegt!
Een hommel is een dikke, zachte bij die bromt als hij vliegt. Hij heeft een zwart-geel gestreept lijfje en soms een wit kontje. Hommels zijn heel lief en doen je niks als je ze met rust laat. Ze vliegen van bloem naar bloem om nectar te drinken en helpen zo de bloemen groeien. Ze zijn een beetje slomer dan andere bijen, maar dat maakt ze extra schattig!
Een hooiwagen is een klein spinachtig diertje met een rond lijfje en hele lange, dunne pootjes. Hij lijkt een beetje op een spin, maar hij kan geen web maken. Hooiwagens wandelen rustig rond en zijn helemaal niet eng of gevaarlijk. Ze wonen vaak in het gras, tussen de blaadjes of in een hoekje van de muur. Ze eten kleine beestjes en zijn heel handig om je huis en tuin schoon te houden!
Een houtduif is een grote, grijze vogel die vaak in het bos, in parken of in de tuin te zien is. Hij heeft een roze buikje, een beetje wit op zijn nek, en maakt een zacht, "koer-koer" geluid. Houtduiven eten zaden, blaadjes en soms bessen. Ze bouwen hun nestjes in bomen en vliegen heel snel door de lucht. Het zijn rustige vogels die graag samen met andere duiven rondhangen!
Een huismus is een klein, bruin vogeltje dat je vaak in de tuin of op straat ziet. Ze fladderen rond, maken gezellige "tjilp-tjilp"-geluidjes en eten broodkruimels, zaadjes en insecten. Huismussen wonen graag in de buurt van mensen, in struiken of in kleine gaatjes bij huizen. Het zijn gezellige vogels die altijd druk bezig zijn!
Een kever is een klein, hard schildpadje dat kan kruipen en soms kan vliegen. Het is een soort insect met een stevig jasje (schild) op zijn rug. Kevers hebben meestal zes pootjes en soms hele mooie kleuren, zoals rood, groen of zwart. Sommige kevers, zoals het lieveheersbeestje, vinden kinderen heel leuk om naar te kijken!
Een kikker is een klein springdier dat graag in het water en op het land leeft. Hij is meestal groen of bruin en heeft lange, sterke achterpoten om hoog te springen. Kikkers zeggen vaak "kwaak kwaak" en houden van zwemmen in vijvers. Als ze klein zijn, zijn het eerst kleine visjes zonder pootjes, die noemen we kikkervisjes!
Een konijn is een zacht, pluizig dier met lange oren en een klein wipstaartje. Het houdt van wortels knabbelen en rondhuppelen. Konijntjes wonen vaak in een holletje in de grond en maken schattige sprongetjes als ze blij zijn. Veel mensen vinden konijnen heel lief om te aaien!
Een koolmees is een klein vogeltje met een geel buikje, een zwart hoedje op zijn kop en een witte wang. Het fladdert rond in de tuin en zingt vrolijke liedjes. Koolmeesjes eten graag zaadjes en kleine beestjes, en soms komen ze bij een vogelhuisje eten. Ze maken hun nestje in holletjes, zoals in een boom of een vogelhuisje.
Een krekel is een klein springbeestje met lange voelsprietjes en sterke pootjes. Het maakt een grappig geluid, een soort "tsjirp tsjirp," door met zijn vleugels over elkaar te wrijven. Krekels leven vaak in het gras of tussen planten en zijn 's avonds goed te horen. Het lijkt wel alsof ze een liedje zingen!
Een kruisspin is een klein spinnetje met een bruine rug waarop een wit kruis staat. Het maakt prachtige webben van dunne draadjes, een beetje zoals een net. In het web vangt de spin vliegjes om op te eten. Het is een handig spinnetje dat de natuur helpt schoon te houden!
Een libelle is een lang, dun vliegje met grote, glinsterende vleugels. Het vliegt heel snel en kan in de lucht stil blijven hangen, net zoals een helikopter! Libellen leven vaak bij het water en eten kleine beestjes zoals muggen. Ze hebben mooie kleuren, zoals blauw, groen of rood, en zien er een beetje magisch uit!
Een lieveheersbeestje is een klein, rond kevertje met een rood schildje en zwarte stippen erop. Het ziet er heel vrolijk uit en kinderen vinden het vaak leuk om op hun hand te laten kruipen. Lieveheersbeestjes eten kleine beestjes, zoals bladluisjes, en zijn heel goed voor planten. Als je er eentje ziet, mag je een wens doen!
Een meerkoet is een zwarte watervogel met een witte snavel en een wit plekje op zijn voorhoofd. Hij zwemt graag in sloten, vijvers en meren. Meerkoeten maken grappige piepgeluiden en bouwen nestjes van takjes in het water. Ze kunnen goed duiken om eten te zoeken, zoals waterplantjes en kleine beestjes. Hun poten hebben geen zwemvliezen, maar ze kunnen toch heel goed zwemmen!
Een merel is een zwart vogeltje met een oranje snavel. Hij zingt vaak 's ochtends een mooi liedje, en je kunt hem in de tuin of in het park zien zoeken naar wormen en insecten. Merels zijn erg nieuwsgierig en fladderen soms vlakbij je! Het mannetje is zwart, maar het vrouwtje is bruin. Ze maken hun nest in bomen of struiken.
Een mier is een klein, zwart insectje dat in grote groepen leeft. Ze hebben zes pootjes en dragen vaak kleine dingen die ze vinden, zoals kruimels of bladjes. Mieren werken samen in hun nest, dat vaak onder de grond zit. Ze zijn heel sterk voor hun grootte en kunnen veel dragen, zelfs iets dat veel groter is dan henzelf!
Een mol is een klein dier dat onder de grond leeft. Hij heeft zwarte vacht, kleine oogjes die hij bijna niet kan gebruiken, en sterke pootjes om te graven. Mollen maken tunnels in de aarde en kunnen daar heel snel doorheen rennen. Ze eten graag wormen en insecten die ze in de grond vinden. Als je een hoopje grond ziet in de tuin, heeft een mol daar misschien net een tunnel gegraven!
Een mug is een klein, vervelend vliegbeestje dat vaak rond je oren zoemt. Het heeft lange, dunne pootjes en een steeksnuit waarmee het soms je huid prikt om bloed te drinken. Als een mug steekt, kan het jeuk veroorzaken! Ze komen vaak 's avonds of 's nachts tevoorschijn, vooral als het warm is. Het is handig om je in te smeren met een anti-muggenmiddel om gestoken te worden!
Een muis is een klein, schattig dier met een snuitje en lange staart. Het heeft grote oren en vaak een grijs of bruin vachtje. Muisjes zijn snel en vinden hun weg door kleine gaatjes en plekken waar ze kunnen schuilen. Ze houden van kaas en kruimels, maar je kunt ze ook vaak in tuinen of schuren zien zoeken naar eten. Muisjes maken zachte piepgeluidjes!
Een naaktslak is een slijmerig dier zonder harde schaal. Het heeft een zacht, glibberig lichaam en beweegt langzaam voort, achterlatend een sliert van slijm. Naaktslakken houden van vochtige plekjes, zoals in de tuin na de regen. Ze eten graag planten en bladeren. Soms zie je ze glijden over de grond of over stenen, altijd op zoek naar een lekker hapje!
Een oorwurm is een klein insectje met lange, dunne pootjes en een kromme staart aan het achterste gedeelte van zijn lichaam. Het heeft zijn naam gekregen omdat mensen vroeger dachten dat het in je oor zou kruipen (dat is niet waar!). Oorwurmen wonen graag in donkere, vochtige plekjes, zoals onder stenen of in bladeren. Ze eten andere kleine insecten en soms ook planten. Oorwurmen kunnen snel bewegen, maar ze zijn niet gevaarlijk!
Een pad is een klein, dik dier dat een beetje lijkt op een kikker, maar hij heeft een drogere huid en vaak een bruine kleur. Padden leven zowel in het water als op het land. Ze springen niet zo hoog als kikkers, maar ze kunnen wel goed bewegen. Padden komen vaak 's avonds tevoorschijn om rond te kruipen en op zoek te gaan naar insecten en wormen om te eten. Het is leuk om padden te zien als je in de natuur bent!
Een pissebed is een klein, plat beestje dat eruit ziet als een mini-kevertje met veel pootjes. Het kruipt graag tussen de bladeren of onder stenen, waar het lekker vochtig is. Pissebedden eten voornamelijk dode planten en maken alles weer schoon in de natuur. Als je ze oppakt, krullen ze zich vaak snel op, net als een balletje!
Een regenworm is een lang, dun diertje dat in de grond leeft. Het heeft geen pootjes, maar het kruipt snel door de aarde, waar het tunnels maakt. Als het regent, komt de regenworm vaak naar boven, omdat de grond dan te nat is voor hem. Regenwormen eten dode bladeren en helpen de grond beter te maken voor planten om te groeien. Ze zijn heel nuttig voor de natuur!
Een reiger is een grote vogel met lange poten en een lange nek. Hij heeft meestal een grijze of witte kleur en staat vaak stil langs het water, waar hij visjes zoekt. Reigers hebben een scherpe snavel waarmee ze snel kunnen prikken als ze een vis zien. Ze kunnen ook heel goed vliegen en zien er majestueus uit!
Een roodborstje is een klein vogeltje met een rood-oranje borstje. Het heeft een bruin en grijs verenlijfje en is vaak te zien in de tuin of het park. Roodborstjes zingen vrolijk, vooral in de winter, en ze zoeken naar kleine insecten en zaadjes om te eten. Ze zijn heel nieuwsgierig en vaak niet bang van mensen!
Een rups is een klein, wormachtig beestje dat vaak groen of bruin is. Het kruipt langzaam over bladeren en eet die op. Rupsjes veranderen later in mooie vlinders. Ze maken eerst een cocon om in te rusten, en na een tijdje komen ze eruit als een vlinder met gekleurde vleugels! Het is dus een heel bijzonder diertje dat eerst een rups is en daarna een vlinder wordt.
Een slak is een klein beestje met een huisje op zijn rug. Het beweegt langzaam en laat een slijmerig pad achter zich. Slakken eten graag planten en bladeren, en je kunt ze vaak zien kruipen in de tuin, vooral na de regen. Ze schuilen graag in het gras of onder een steen als het droog is.
Een sprinkhaan is een groen insect met lange achterpoten waarmee hij heel ver kan springen. Hij maakt een geluid dat klinkt als "tsjirp, tsjirp" en woont vaak in gras of tussen planten. Sprinkhanen eten gras en bladeren, en je kunt ze goed horen als het warm is. Ze zijn erg snel en kunnen flink hoog springen!
Een teek is een klein, bruin beestje dat zich vastbijt in de huid van dieren of mensen om bloed te drinken. Ze leven vaak in gras of bosjes en wachten daar op een dier of mens om langs te komen. Het is belangrijk om een teek snel te verwijderen als je er één hebt, omdat ze ziekten kunnen overdragen. Gelukkig is het meestal makkelijk om ze te vinden en weg te halen!
Een uil is een vogel die vooral 's nachts actief is. Hij heeft grote ogen waarmee hij goed in het donker kan zien. Uilen zijn heel stil als ze vliegen, zodat ze hun prooi kunnen vangen, zoals muizen. Ze hebben een zachte, pluizige verenjas en draaien hun hoofd soms heel ver om alles goed te kunnen zien. Uilen maken een geluid dat klinkt als "hoe-hoo" en zijn vaak te vinden in bomen.
Een veenmol is een klein, dik diertje dat onder de grond leeft. Het heeft een grijze vacht en sterke pootjes om te graven. Veenmollen eten graag planten en wortels die ze onder de grond vinden. Ze maken tunnels in moerassen of graslanden, en hoewel ze niet vaak gezien worden, kunnen ze heel veel werk doen onder de grond!
Een vleermuis is een klein diertje met vleugels die eruit zien als een soort vel. Vleermuizen vliegen vooral 's nachts en zoeken naar insecten om te eten. Ze kunnen heel goed vliegen, maar ze kunnen ook heel snel draaien en stoppen. Vleermuizen slapen overdag vaak in grotten, bomen of in zolders. Ze maken een grappig geluid en gebruiken dat om te "zien" in het donker, dat noemen we echolocatie!
Een vlieg is een klein insect dat snel door de lucht vliegt. Het heeft twee vleugels en zes pootjes. Vliegen komen vaak op eten of fruit af, en soms vliegen ze overal rond in huis. Ze hebben een heel snel vleugelslag en kunnen recht omhoog of omlaag vliegen. Vliegen zijn vaak een beetje irritant, maar ze helpen ook om dingen schoon te maken, omdat ze vaak op dode dieren of afval zitten.
Een vlinder is een prachtig insect met grote, kleurrijke vleugels. Vlinders beginnen hun leven als rups, en daarna veranderen ze in een cocon. Als ze uit de cocon komen, hebben ze mooie vleugels waarmee ze kunnen vliegen. Vlinders fladderen vaak van bloem naar bloem om nectar te drinken. Ze hebben allerlei kleuren en patronen op hun vleugels, waardoor ze er magisch uitzien!
Een vos is een slim dier met een oranje vacht en een witte buik. Het heeft een mooie, pluizige staart en grote oren. Vossen wonen in bossen, velden of zelfs in tuinen. Ze eten graag kleine dieren, zoals muizen, maar ook fruit en bessen. Vossen zijn vaak 's avonds of 's nachts actief en kunnen heel goed sluipen. Ze zijn snel en houden van avontuur!
Een wants is een klein insectje dat vaak op planten te vinden is. Het lijkt een beetje op een kever, maar heeft een plat lichaam en lange pootjes. Wanten zuigen sap uit planten om te eten. Ze kunnen verschillende kleuren hebben, zoals groen, bruin of zwart. Soms zie je ze in de tuin of op bloemen, waar ze rustig zitten en zich voedden met het sap van de plant.
Een watersalamander is een klein diertje dat zowel in het water als op het land leeft. Het heeft een lang, dun lichaam, korte pootjes en een staart. Watersalamanders zijn vaak te vinden in vijvers of meren, waar ze zwemmen en jagen op kleine beestjes. Ze hebben een natte, gladde huid en kunnen goed zwemmen, maar soms kruipen ze ook over de grond. Ze lijken een beetje op een kleine draak!
Een wesp is een klein insect met gele en zwarte strepen op zijn lichaam. Het heeft vleugels en kan goed vliegen. Wespen kunnen soms steken als ze zich bedreigd voelen, wat een beetje pijn doet, dus het is belangrijk om voorzichtig te zijn. Ze maken hun nest vaak in bomen, onder daken of in de grond. Wespen eten vaak fruit en andere zoete dingen en helpen ook om andere insecten te vangen.
Een zwaan is een grote vogel met lange nek en mooie witte veren. Zwanen zwemmen elegant op meren en vijvers, en soms zie je ze ook rustig langs de waterkant lopen. Ze hebben een grote, oranje snavel en kunnen heel mooi hun nek krommen. Zwanen zijn heel sterk en kunnen goed vliegen, maar ze houden vaak van het water, waar ze lekker kunnen dobberen!
Een zweefvlieg is een klein insect dat eruit ziet als een bij of wesp, maar het is niet gevaarlijk. Het heeft gele en zwarte strepen op zijn lichaam en kan heel snel vliegen. Het bijzondere is dat het kan "zweven" in de lucht, dus het blijft even stil hangen en vliegt daarna weer weg. Zweefvliegen eten vaak nectar uit bloemen en helpen zo bij de bloei van planten!